De tomaten gaan hier dus als een trein, en ik wilde graag iets anders maken dan salade of soep. Zo kwam het dat ik voor het eerst zelf een focaccia bakte, en na een eerste mislukte poging kwam er toch een erg lekker broodje uit de oven.

Ik gebruikte een basisrecept als richtlijn, maar in eerste instantie werd mijn deeg erg plakkerig. Ik zette het toch maar weg om te rijzen, maar ook dat liep niet zo lekker. Halverwege de rijstijd vroeg ik me toch af of ik het wel goed gedaan had, en toen bleek: ik had de hoeveelheid bloem en de hoeveelheid water omgewisseld. En dat werkt natuurlijk niet.
Gelukkig had ik nog net genoeg bloem over voor een nieuwe poging, en die lukte wel.

Ingrediënten voor 1 broodje
250 gram bloem
1 zakje gist
150 ml warm water
ongeveer 30 ml olijfolie
zout
peper
Italiaanse kruiden
1 eetlepel geraspte kaas
tomaatjes naar smaak

Meng de bloem met 1 1/2 theelepel zout. Meng het zakje gist met warm water en laat dit ongeveer een minuut wellen.
Maak een kuiltje in de bloem en doe hierin 25 ml olijfolie en het gistwater. Meng dit tot je een soepel deeg hebt. Dek af met huishoudfolie en zet ongeveer 45 minuten op een warme plek weg om te rijzen. Het moet ongeveer verdubbelen qua omvang.
Verwarm de oven voor op 200 graden. Leg het deeg op een met bakpapier beklede bakplaat en maak er de vorm van die je leuk vindt. Bestrooi met peper, zout en kruiden naar smaak. Halveer de tomaatjes. Maak met een lepel kuiltjes in het deeg en druk hier de tomaatjes in. (Ik gebruikte hiervoor klein gebleven rijpe tomaatjes uit de tuin, als je ze koopt kun je qua formaat het best cherrytomaatjes pakken). Verdeel de kaas over het geheel en besprenkel met nog een beetje olijfolie.
Zet het broodje voor ongeveer 35 minuten in de oven.

Vers is natuurlijk het lekkerst, maar je kunt de focaccia bewaren. Doe dit dan in een afgesloten bakje, en bewaar hem niet langer dan drie dagen. Sowieso, als je het al volhoudt om hem drie dagen te bewaren heb ik diep respect voor je zelfbeheersing. Eet smakelijk!